Het is een kille woensdagavond in oktober. Het dispuut heeft zich, zoals gewoonlijk, verzameld op HET Geuzenhuysch. Het is echter niet de Brabantse gemoedelijkheid die op deze mensa heerst, maar de spanning en adrenaline van een aanstaande worstelpartij. De aanleiding voor het duel is in de loop der jaren verloren geraakt, maar de woorden van Wootâh hebben hun klank niet verloren: “Als ik vraag, laat zien wat je kan. Dan laat je zien wat je kunt. Maar dan weet ik meteen wat je niet kan, want dat laat je niet zien.” Zijn directe tegenstander was dusdanig onthutst door deze slimmigheid en vloog hem direct om de nek. De Watergeuzen zijn niet vies van een potje brassen, maar deze avond kreeg al snel een nare bijsmaak.. de worstelpartij had dramatische gevolgen voor de glas-in-loodramen van de entree. Sinds die dag is de GR verminkt door de aanwezigheid van een tweetal zwarte houten platen. “Dat bleef niet onopgemerkt.” aldus K. “head first” Boer-Akkermans.
Sindsdien zijn menig generatie huyschbewoner (en overige passanten) opgegroeid met de schrale vervanger van het geliefde glas-in-loodraam. Wootâh, die binnen het dispuut al een reputatie had opgebouwd om zijn ijzersterke retorische kunsten, concludeerde, na een vurig pleidooi voor verminderde toerekeningsvatbaarheid gehouden te hebben: “Je weet, als je bij de Geuzen zit, dan gaan er dingen kapot.” Om zijn statement kracht bij te zetten, flikkerde hij een jaar later een laptop in een emmer wootâh. Zoals detective en voormalig huyschbewoner Berend Botje zou zeggen: “Eerlijk duurt het verst.” En dat is ongelogen waar. Het heeft godverdomme (excuus, Dhr. Mesdaaaag) lang geduurd voordat er überhaupt iets van actie ondernomen werd door het schuldige duo. Zo lang, dat het dispuut in de tussentijd een volledige almanak, die toch al enige tijd op de planning stond, heeft kunnen schrijven… oh nee.
De huyschbewoners verbaasden zich vooral over het feit dat de huidige Hoc Tampeloeres P.I.P. A. ‘Mad Movember’ Chanson niet het heft in eigen handen nam en zelf een glas-in-loodraam fabriceerde. De schuldigen, Wootâh en de afgetrainde Job Logan (snap je, hij is eigenlijk helemaal niet afgetraind) hadden in de tussentijd, om de woorden van Dhr. Pompie Van Bibber aan te halen, “de toegevoegde waarde van een broodje…pfff”.
Nu is het zover: met de officiële heropening door het huyschbestuur is de entree van de Van Sonstraat na tweeënhalf jaar weer in volle glorie hersteld!
Comments