Zichtbaar geëmotioneerd kijkt Veugen de perszaal in. Aan zijn gezicht is af te lezen dat de biedingstrijd rond zijn club hem niet koud laat. Met een trillende hand reikt hij naar de persmicrofoon welke een resonerende fluittoon laat horen. Helaas kan hij er niet bij, opdat zijn assistenten aankomen met een bierkrat om op te staan.
Met zachte krakende stem begint hij te spreken, de brok in de keel onderdrukkend.
“Ik besef dat het twee voor twaalf is, en dat nadat de stof is opgetrokken het nooit meer hetzelfde zal zijn. Toch moeten we met opgeheven hoofd door! De Randstad staat voor de deur. De randstad 2007….de dag dat de vruchten geplukt moeten worden van het zaad dat we jaren geleden uitstrooiden. Het zaad dat is ontkiemd met behulp van de middelen van de universiteit en Lendfers securities. We mogen niet op onze lauweren gaan rusten, we moeten onze handen ineenslaan en gaan voor goud!” “het kan niet zo zijn dat alles voor niets is geweest! wij hebben een verschil gemaakt, we zullen herinnerd worden… We hebben een steen verlegd in een rivier! de stroom van de rivier zal niet meer hetzelfde zijn!!
Even laat hij een stilte vallen, drukt zijn mond tegen de microfoon en spreekt met bijna sensuele stem:
“Maar Ik ben nu nog de praeses, en dat ga ik uitbuiten: wie van de dames in de zaal heeft zin om te Batsen?”
Comments